Aanmeldingsplicht voor Joden; betaling van de leges
Het Duitse bestuur streefde naar ‘de registratie op naam van alle Joden'. Daarom stelde zij een aanmeldingsplicht voor Joden in. Zie hiervoor ook het brondocument '2_40194 Leges aanmeldingsplicht Joden' bij dit thema.
In juli 1940 maakte Schmidt, Generalkommissar zur besonderen Verwendung, kenbaar dat het Duitse bestuur streefde naar ‘de registratie op naam van alle Joden’. Aanvankelijk wilde men hiervoor de bestaande Bevolkingsregistratie gebruiken, maar het hoofd van de Rijksinspectie voor Bevolkingsregistratie (RIBR), Lentz, wees hen erop dat het resultaat dan gebrekkig zou zijn. Weliswaar stond de religieuze gezindte per individu erin aangetekend, maar het reconstrueren van de afstammingsgeschiedenis van een persoon zou buitengewoon gecompliceerd handwerk worden. Het Duitse streven was immers te bepalen per persoon of die Joodse grootouders had en zo ja, hoeveel dan.